Cher Ami door Martijn Oomen
In de eerste en tweede wereldoorlog waren duiven van grote betekenis, de beroemdste duif ongetwijfeld de Cher ami, een doffer die van grote betekenis was in het redden van vele manschappen, tijdens zijn laatste vlucht verloor hij een oog , de poot moest worden geamputeerd en in de borst een schotwond,ondanks dit wist hij zijn bericht over te brengen, en redde vele levens, uiteindelijk stierf deze duif, aan de gevolgen van de Duitse beschieting, het is nu 98 jaar geleden, maar nog steeds is er grote bewondering voor deze doorzetter, die de beroemdste oorlogsduif werd, als we over de geschiedenis van duif en duivensport spreken, mag dit nooit vergeten worden, hieronder enkele artikelen met bronvermelding over de oorlogsduiven en Cher Ami in het bijzonder, op onderstaande link vindt u nog een aantal foto,s uit die periode
https://nl.pinterest.com/oomentijn/
Cher Ami
Cher Ami
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Cher Ami
Cher Ami is een bekende postduif uit de Eerste Wereldoorlog. De duif ontving het Croix de guerre voor het afleveren van 12 belangrijke
berichten in Verdun.
Haar laatste
heldendaad was op 3 oktober 1918. 500 man geallieerde troepen van de Amerikaanse 77e divisie waren ingesloten in een vallei, zonder
eten en munitie, en ook nog eens bestookt door eigen vuur. Nadat twee postduiven door de Duitsers waren doodgeschoten, was Cher Ami de laatste kans om een bericht over te brengen. Deze duif werd eveneens aangeschoten maar wist toch de eigen linies te bereiken, waardoor 194 overlevenden konden worden gered.
De duif was toen aan één oog blind, door de borst geschoten en één poot moest worden geamputeerd. De duif is uiteindelijk in 1919 aan haar verwondingen overleden.
In de decennia na de Eerste Wereldoorlog genoot Cher Ami een enorme bekendheid onder andere in de Verenigde Staten.
lees artikel
Joeri Vlemings
4/01/14 - 18u53 Bron: buzzfeed.com
©Smithsonian Institute / Via si.edu.
Ze zijn niet altijd onze vrienden, wegens hun onaangename 'uitlatingen'. Maar Cher Ami heeft zijn naam niet gestolen. Deze duif redde tijdens de Eerste Wereldoorlog het leven van zo'n tweehonderd Amerikaanse soldaten.
We schrijven Noord-Frankrijk, eind september 1918. De oorlog is dus bijna gedaan, maar er woedt nog een laatste, vreselijk gevecht: het Meuse-Argonne- of Honderddagenoffensief dat 47 dagen duurt. Meer dan een miljoen geallieerde soldaten strijden mee en meer dan 25.000 Amerikanen komen om.
Een groep van 500 Amerikanen zit vast in een vallei en is omsingeld door Duitsers. Na dag 1 blijven er nog maar 200 manschappen over. Om alles nog schrijnender te maken, worden ze bekogeld door de eigen troepen die niet weten waar hun makkers zitten. Majoor Charles Whittlesey stuurt dan maar twee duiven met hulpkreten naar de Amerikanen. Maar ze worden neergeschoten door de vijand. Uiteindelijk wordt Cher Ami uitgestuurd met een niet mis te verstane boodschap: "In godsnaam, stop ermee!"
"Wij bevinden ons op de weg parallel met 276.4. Onze eigen artillerie bestookt ons. In godsnaam, stop ermee!" © lettersofnote.com.
Ook Cher Ami wordt bekogeld door de Duitsers, maar na 25 minuten vliegen tussen de kogels door, bereikt de duif toch de geallieerden. Niet ongehavend: het beest heeft een schotwonde in de borst en is blind aan één oog. Een poot is zo erg geraakt dat die nog enkel aan een pees bengelt. De boodschap in een metalen kistje hangt er nog aan. De geallieerden staken daarop het vuren op de eigen troepen en 197 overlevenden kunnen nadien veilig ontsnappen uit vijandig gebied.
Zij verzorgen hun redder naar best vermogen en maken zelfs een houten pootje. Het Franse leger schenkt de duif het Croix de Guerre, een medaille voor heldenmoed. Cher Ami wordt zo een befaamde held en wordt zelfs persoonlijk door generaal Pershing per boot weer naar de States begeleid. Nog geen jaar later bezwijkt de heldenduif aan zijn verwondingen. Cher Ami wordt opgezet en tentoongesteld in het Smithsonian in Washington D.C.
Cher Ami, de dappere doffer |
...... De beroemdste [duif] van allemaal is Cher Ami, tijdens de Eerste De enige communicatiemogelijkheid die het bataljon nog restte, was een jonge postduif genaamd Cher Ami. Het bataljon stuurde Cher Ami er met de volgende boodschap op uit: 'We are along the road parallel to 276.4. Our own artillery is dropping a barrage directly on us. For heaven's sake, stop it.' De Duitsers die Cher Ami zagen opstijgen, begrepen dat hij een boodschap bij zich droeg en openden het vuur. Cher Ami werd geraakt in zijn oog en zijn borst; het pootje met het kokertje met de boodschap werd er bijna afgeschoten. Even dreigde de duif neer te storten, maar hij vloog zwaargewond door naar zijn nest, 25 kilometer verderop, waar de boodschap werd gelezen. Zo kon het bataljon worden gered. De dappere doffer verloor bij deze actie een oog en een pootje. Hij kreeg alle mogelijke medische verzorging en de Franse overheid onderscheidde hem met het Croix de Guerre avec Palmes. Cher Ami werd overgebracht naar Amerika, waar hij een heldenontvangst kreeg. Hij overleed in 1919. Na zijn dood werd hij opgezet en hij is nog steeds te bewonderen in het National Museum of American History, het Smithsonian Instituut in Washington. Bron: de Volkskrant - 28 september 2005 |
Postduiven, helden in de Eerste Wereldoorlog door Heim Meijerink | |||||||||||||||||||
Postduiven speelden een belangrijke rol in de Eerste Wereldoorlog. Alle strijdende partijen hebben op uitgebreide schaal gebruik gemaakt van postduiven. In het onderstaande artikel wordt beschreven waartoe de dieren werden ingezet en hoe dat in zijn werk ging. | |||||||||||||||||||
Inleiding Als postduiven tegenwoordig al eens de landelijke pers halen, is dat bijna altijd in negatieve zin. Bij een rampvlucht zijn duizenden duiven omgekomen. Op uitgebreide schaal vinden duivendiefstallen plaats. Stadsduiven zouden verwilderde postduiven zijn. En de dierenbescherming is overal tegen... Dat was vroeger wel anders. Toen waren duiven nog helden! Het wonderbaarlijke vermogen van deze dieren om vanuit een willekeurige plaats pijlsnel hun eigen hok terug te kunnen vinden, werd behalve voor wedstrijden voor diverse andere doeleinden toegepast. Zeker in het tijdperk voor de draadloze communicatie werden duiven op ruime schaal ingezet als postbode, in vredestijd maar vooral in oorlogstijd. De Franse heldenduif Vaillant Zo werd de Franse heldenduif Vaillant op 4 juni 1916 losgelaten op fort Vaux tijdens de Slag bij Verdun, met in een kokertje de volgende boodschap: Wij bezwijken langzamerhand onder gasaanvallen. We moeten dringend ontzet worden. Dit is mijn laatste duif. Getekend, commandant Raynal. De duif keerde echter meteen terug in het fort omdat er te veel gas hing. Een tweede poging lukte wel en hoewel het fort uiteindelijk toch in Duitse handen viel, herinnert een monument ter plaatse nog altijd aan de duif Vaillant die vergiftigd door het gas stervend zijn hok binnenviel. De vogel postuum ontving medailles, werd opgezet en kreeg een plekje in het Franse legermuseum. Moderne postduif heeft België als bakermat De hedendaagse postduif komt uit België. Uit verschillende kruisingen ontstond circa 1850 de Belgische "reisduif". De postduivensport heeft op de ontwikkeling van de vogel grote invloed gehad. Reeds in het begin van de 19e eeuw werden wedvluchten georganiseerd in Luik, Gent, Brussel en Antwerpen. Na 1850 is de postduif vanuit België geïntroduceerd in Noord Frankrijk, daarna in Nederland, Duitsland, Engeland etc. Rond 1900 is deze duif met de bijbehorende sport over vrijwel de gehele wereld verspreid. Ook voor militaire toepassingen is vanaf 1870 van deze Belgische duif gebruik gemaakt.
Het beleg van Parijs (1870)
In de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) is bij het beleg van Parijs systematisch gebruik gemaakt van de moderne postduif. Dit gebeurde met name nadat de Duitsers in het najaar van 1870 alle spoorwegverbindingen met Parijs hadden verbroken. De duiven werden met luchtballonnen buiten Parijs gebracht en vervolgens met boodschappen in een kokertje aan de poot of in een holle veer tussen de staartpennen teruggestuurd. Een zekere Dagron had voor dit doel een soort "microphotographie" ontwikkeld die het mogelijk maakte berichten tot maar liefst 800 maal te verkleinen. In Parijs hield men de teksten tegen een lichtscherm aan, waardoor een zodanige vergroting tot stand kwam dat alles weer leesbaar werd. Zodoende werd met een betrekkelijk klein aantal duiven een flink aantal ambtelijke en een kleine 100.000 particuliere berichten binnen Parijs gebracht en bleven de Parijzenaars op de hoogte van de ontwikkelingen in de rest van Frankrijk. Oprichting van militaire postduivendiensten Sinds het beleg van Parijs zag iedereen in dat de postduif van veel betekenis was voor de communicatie. Enkele feiten. Het Duitse leger richtte een militaire postduivendienst op met stations in verschillende steden. Rusland kocht in België 5000 duiven. De Franse regering liet in Parijs een postduivenstation inrichten voor 25.000 duiven, terwijl elk legerkorps een detachement van 500 postduiven kreeg. Elke vesting die kans liep langere tijd te worden ingesloten kreeg maar liefst 1000 duiven toegewezen.
Ook in Nederland In 1903 werd een
De duiven deden
Nederland neutraal tijdens Eerste Wereldoorlog Nederland bleef afzijdig en hoe absurd het neutraliteitsbeginsel soms werd toegepast, moge blijken uit het volgende voorval. In november 1916 kreeg een duivenhouder uit Dordrecht een vreemde duif in zijn hok. Het bleek een Engelse duif te zijn die, voorzien van een militaire boodschap, afkomstig was van een Brits watervliegtuig. Politie erbij, de procureur-generaal, zelfs de minister van justitie. En omdat iedereen bang was voor vreselijke internationale verwikkelingen, kwam de kwestie uiteindelijk op het bureau van de minister van Oorlog. Die besliste dat de duif moest worden geïnterneerd en overgedragen aan de Rijkspostduivendienst. Hier is nog onderzocht of de duif bruikbaar was voor de Nederlandse dienst. Welke geheime boodschap stond er nu op dat briefje dat de duif mee naar Dordrecht bracht? "Hoogte 1500 voet, mistig weer, alles wel." Heldenduiven In Brussel staat een groot monument ter ere van de militaire duiven en hun verzorgers uit de Eerste Wereldoorlog. Ook in Lille staat een standbeeld ter nagedachtenis van de duizenden postduiven die omkwamen gedurende de oorlog. De duiven werden in die tijd beschouwd als helden en zoals dat gaat met helden, de verhalen eromheen werden steeds mooier.
Zo had je
Cher Ami werd
Ook werden
Mobiele hokken Alle betrokken legers maakten gebruik van verplaatsbare hokken. Deze voorziening, voor het eerst toegepast door een Franse officier, maakte het beter mogelijk duiven in te zetten bij een bewegend front. Daardoor nam de bruikbaarheid van de duif flink toe. Aanvankelijk gebruikte men voor dit doel een gewone, door paarden getrokken militaire wagen, als duivenhok ingericht. Later zag je aanhangers en vrachtauto's met een professionele hokinrichting. De verplaatsing van het hok stelt hoge eisen aan de duiven. Ze moeten de gelegenheid krijgen aan de nieuwe standplaats te wennen. De eerste dagen moeten ze in volières en dergelijke goed kunnen rondkijken. Vervolgens laat men ze een paar dagen 's avonds vlak voor de schemering los, en vanaf de vijfde dag kan dan een systematische training beginnen. Veel training, dat wil zeggen over kleine afstanden wegbrengen en dan steeds verder, is sowieso een voorwaarde voor succesvolle inzet van postduiven. Ook aan oorlogsomstandigheden kunnen duiven op die manier wennen.
Postduiven achterhaald? Al voor de Eerste Wereldoorlog bestond er bij velen, ook militairen, ernstige twijfel aan het gebruik van duiven in de "moderne" oorlogsvoering met telefonie, draadloze telegrafie, zeppelins en vliegmachines. Die opvatting is afdoende gelogenstraft. Postduiven hebben voor alle strijdende partijen in de Eerste Wereldoorlog een belangrijke en soms cruciale bijdrage geleverd. Die twijfel stak na afloop van deze oorlog natuurlijk weer de kop op en werd steeds sterker. In Nederland bijvoorbeeld werd de militaire Postduivendienst van lieverlede uitgekleed, zodat bij de mobilisatie in 1939 nog slechts een gering aantal hokken en een handjevol verzorgers beschikbaar bleken. De Commandant van het Veldleger schrok daar zo van dat hij begin 1940 een grondige reorganisatie en uitbreiding van de Postduivendienst voorstelde. De tekeningen en bestekken lagen klaar op het moment dat ons land door de Duitsers werd aangevallen... Een van de eerste maatregelen van de Duitse bezetter was overigens de opdracht om alle postduiven te doden. Het belang van de postduif voor communicatie- en spionagedoeleinden werd dus toch nog wel hoog ingeschat. En terecht, zoals ook tijdens de Tweede Wereldoorlog zou blijken! Zelfs na die oorlog is nog geruime tijd gebruik gemaakt van postduiven als aanvullend verbindingsmiddel. De Oostenrijkse gendarmerie bijvoorbeeld nam tot 1974 altijd postduiven mee bij zoek- en reddingsacties in de Alpen. Dat was simpeler en effectiever dan radiotelefonie, die toentertijd kostbare apparatuur vergde die ook nog eens zes kilogram woog. Heel wat onfortuinlijke skiërs zijn met hulp van postduiven gered. Allemaal goed om te bedenken als iemand het weer eens over "die dakschijters" heeft! © 2006 - Heim Meijerink |